Voer het bestuurlijk gesprek

Organiseer het gesprek op bestuurlijk niveau tussen gemeenten, samenwerkingsverband en scholen (besturen) bij wie een Samen naar school-initiatief opgestart kan worden:

  • Betrek bij dit bestuurlijk overleg altijd meteen ouders van kinderen met een beperking. Ouders zijn de direct belanghebbenden en zijn vaak de motor achter de ideeënontwikkeling. Betrek ook de medezeggenschapsraden van betrokken scholen.
  • Zorg dat het bestuurlijk gesprek goed inhoudelijk gevoerd wordt met behulp van voldoende input van de initiatiefnemers en altijd ook betrokken ouders. Het waarom van het initiatief moet leidend zijn in de bestuurlijke uitwerking. Indien hulp gewenst is bij het vormgeven van dit bestuurlijk gesprek is het mogelijk om het Expertisecentrum Samen naar School in te zetten als sparringpartner. Klik hier voor contactgegevens.
  • Voor het structureren van dit gesprek kunnen onderdelen van het door het Nederlands Jeugdinstituut opgesteld Gesprekskaders OZA behulpzaam zijn (vanaf pagina 11).
  • Belangrijke agendapunten zijn in ieder geval:
  1. Financiering: Welke bekostiging is nodig voor het initiatief en hoe wordt deze verdeeld?
    • Expertisecentrum Samen naar School heeft een handreiking beschikbaar over de afbakening van onderwijs en zorgfinanciering.
    • BMC heeft in het kader van een proeftuinproject onderwijszorginitiatieven een verkenning gepubliceerd, die behulpzaam kan zijn bij het identificeren van knelpunten en mogelijke oplossingen.
    • De website ZoWerktDeZorg geeft een algemeen overzicht van de geldstromen rondom jeugdhulp en zorg.
    • Voor EMB-leerlingen die staan ingeschreven op speciaal onderwijs is van Rijkswege aanvullende bekostiging beschikbaar. Deze is aan te vragen op de website van DUO. EMB-leerlingen zijn leerlingen met een combinatie van een (zeer) ernstige verstandelijke beperking (IQ tot 35), een lichamelijke beperking en bijkomende stoornissen, die meer (medische) zorg in schooltijd nodig hebben dan de school zelf kan bieden. De website van het steunpunt passend onderwijs biedt aanvullende informatie, zoals een handreiking EMB en een Model aanvraagformulier TLV EMB.
    • Schoolhuisvesting. Voor een Samen naar school-initiatief is extra ruimte nodig, letterlijk meer vierkante meters dan standaard beschikbaar wordt gesteld voor leerlingen. Ook vraagt het vaak aanpassingen aan het (bestaande) gebouw. Inmiddels bestaat een vernieuwde onderwijshuisvestingsverordening die daarvoor ruimte biedt. In het bestuurlijk overleg met de gemeente (verantwoordelijk voor schoolhuisvesting) moet dit geagendeerd worden.
    • Bespreek ook de gemeentelijke regelgeving voor leerlingenvervoer. Soms hanteren gemeenten strakke eisen, bijvoorbeeld dat vervoer alleen wordt geboden naar een school voor gespecialiseerd onderwijs. Dat verhindert vervoer naar een Samen naar school-initiatief binnen reguliere school. Kijk met elkaar of hier maatwerk mogelijk is.
  2. Bestuurlijke verantwoordelijkheid: Wie draagt er welke verantwoordelijkheid en risico’s? Wie neemt nu en straks de beslissingen?
  3. Beleid: Welke positie neemt het initiatief in binnen het dekkend netwerk, hoe verhoudt het initiatief zich tot andere onderwijs- en zorgvoorzieningen?
  4. Toeleiding: Hoe verloopt de toeleiding, wat zijn termijnen, wie is betrokken en wie bepaalt of een kind toegelaten wordt?
  5. Evaluatie en monitoring: Welke afstemmings- en evaluatieafspraken zijn nodig? Welke informatie moeten we verzamelen om de kwaliteit van het initiatief goed te monitoren? Bestaande Samen naar school-initiatieven hebben veel ervaring opgebouwd in bijvoorbeeld het bewaken van de kwaliteit van zorg en onderwijs. Elk nieuw initiatief kan aansluiten bij het Expertisecentrum Samen naar School om van elkaar te leren.
Little student with a backpack on the steps of the stairs of school building. Close-up of child legs, hands and schoolbag of boy standing on staircase of schoolhouse. Kids back to school concept.

Aanpassingen schoolgebouw

Het starten van een Samen naar School-initiatief kan betekenen dat er aanpassingen nodig zijn aan het schoolgebouw. Er moet misschien een apart lokaal worden ingericht met speciale voorzieningen. Voor sommige leerlingen is wellicht een installatie voor een tillift noodzakelijk, of een hellingbaan voor rolstoelgebruikers. Hierover moeten afspraken worden gemaakt tussen gemeenten (verantwoordelijk voor de onderwijshuisvesting), zorgpartijen (verantwoordelijk voor financiering van de medische hulpmiddelen) en scholen. Stichting Het Gehandicapte Kind biedt al jarenlang een financiële bijdrage aan Samen naar school-initiatieven voor de aanpassingen.

Leerlingenvervoer

Leerlingen die voorheen waren vrijgesteld van onderwijs, raken deze vrijstelling kwijt zodra zij worden ingeschreven op een reguliere basisschool, waar zij een combinatie van onderwijs en zorg ontvangen binnen Samen naar school. Dit kan consequenties hebben voor het door de gemeente te betalen leerlingenvervoer waar zij nu mogelijk voor in aanmerking komen5. Aan de andere kant kan het voor gemeenten ook een besparing opleveren omdat zij geen of minder zorgvervoer nodig zullen hebben, en de kosten voor het leerlingenvervoer mogelijk beperkt blijven omdat er eerder sprake zal zijn van een thuisnabije onderwijsplek.  Het is belangrijk om hierover in het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) dat samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten voeren, afspraken te maken. Kern van die afspraken is dat Samen naar school een uitbreiding vormt van het dekkend netwerk aan voorzieningen waarmee alle kinderen in de regio een passende onderwijsplek kan worden geboden. Een Samen-naar-schoolklas geldt dan voor een specifieke doelgroep als ‘dichtstbijzijnde toegankelijke school’ volgens de definitie uit de ‘Modelverordening bekostiging leerlingenvervoer’ zoals de VNG deze heeft opgesteld voor alle gemeenten in Nederland. Ook de daarna gemaakte ‘Handreiking Verrassend passend leerlingenvervoer’ geeft bruikbare adviezen voor de organisatie en financiering van het leerlingenvervoer binnen passend onderwijs.